Uit nieuw onderzoek blijkt dat stedelijke wasberen zich in een vroeg stadium van domesticatie bevinden, grotendeels dankzij de gemakkelijke toegang tot menselijk afval. Uit een studie gepubliceerd in Frontiers in Zoology blijkt dat wasberen in steden fysieke veranderingen vertonen – met name kortere snuiten – vergeleken met hun tegenhangers op het platteland, een eigenschap die verband houdt met het bredere ‘domesticatiesyndroom’.

Het domesticatiepad

Domesticatie gaat niet alleen over fokken; het gaat over dieren die zich aanpassen aan door de mens gecreëerde omgevingen. Historisch gezien betekende dit proces een handel: mensen zorgden voor voedsel en onderdak in ruil voor arbeid of hulpbronnen. De nieuwe studie geeft echter aan dat zelfs zonder doelbewust fokken de nabijheid van mensen evolutionaire verschuivingen op gang kan brengen.

Afval is de belangrijkste factor. Volgens zoöloog Raffaela Lesch van de Universiteit van Arkansas Little Rock vormt weggegooid voedsel een gemakkelijke maaltijd voor wasberen en wordt niet-agressief gedrag jegens mensen beloond. “Het enige wat ze hoeven te doen is onze aanwezigheid verdragen… en dan kunnen ze zich tegoed doen aan alles wat we weggooien”, legde ze uit.

Fysieke veranderingen en neurale cellen

Onderzoekers analyseerden bijna 20.000 wasbeerfoto’s van het burgerwetenschapsplatform iNaturalist. De resultaten toonden aan dat stedelijke wasberen een snuit hadden die ongeveer 3,5% korter was dan die op het platteland. Deze eigenschap maakt deel uit van een reeks veranderingen – waaronder slappe oren, witte vlekken en verminderde angst – die vaak worden gezien bij vroege domesticatie.

De studie ondersteunt een hypothese die deze eigenschappen koppelt aan mutaties in neurale lijstcellen, een type stamcel dat zich ontwikkelt in embryo’s van gewervelde dieren. Mutaties in deze cellen zouden kunnen verklaren waarom snuitlengte en verminderde angstreacties de neiging hebben om samen te evolueren, omdat brutalere dieren waarschijnlijk beter gedijen in de buurt van mensen.

Wat dit betekent

De bevindingen roepen vragen op over hoe menselijke activiteiten de evolutie van wilde dieren hervormen. Als wasberen zich zo snel aanpassen aan het stadsleven, suggereert dit dat andere stedelijke zoogdieren, zoals opossums, soortgelijke veranderingen zouden kunnen ondergaan.

De implicaties op de lange termijn zijn onduidelijk, maar dit onderzoek toont aan dat domesticatie niet altijd menselijke bedoelingen vereist. Soms is er alleen maar afval nodig.