De overleden sciencefictionauteur Iain M. Banks, bekend van zijn serie Culture, schreef niet alleen ruimte-opera’s – hij bouwde hele beschavingen van de grond af op. Zijn wereldopbouw was niet alleen uitputtend, maar ook strategisch. In tegenstelling tot veel sci-fi-auteurs die zich richten op technologie of conflicten, heeft Banks elk facet van zijn utopische, post-schaarste-cultuur minutieus gedetailleerd, waardoor het minder als een fantasie voelt en meer als een plausibele extrapolatie van de menselijke evolutie.

De paradox van perfectie
Banks’s Culture is geen eenvoudig paradijs. Terwijl AI ‘Minds’ de samenleving welwillend beheert en het menselijk welzijn waarborgt, onderzoekt de serie de duistere implicaties van dergelijke controle. In romans als The Player of Games worstelen personages met verveling in een perfecte wereld en vinden ze troost in de chaos van minder geavanceerde samenlevingen. Deze spanning – tussen utopie en subtiel imperialisme – is een bepalend kenmerk van Banks’ werk. De Cultuur debatteert over de vraag of er moet worden ingegrepen in minder ontwikkelde werelden, en besluit soms dat het absorberen ervan, zelfs ten koste van miljarden levens, gerechtvaardigd is voor het grotere goed.

Voorbij blauwdrukken: het belang van details
Banks’ postuum gepubliceerde aantekeningen en schetsen, verzameld in The Culture: The Drawings, onthullen zijn obsessieve aandacht voor detail. Hij stelde zich niet alleen geavanceerde technologieën voor; hij schetste ze, berekende hun logistiek en bedacht zelfs talen voor zijn beschavingen. Dit waren geen bijzaken, maar kernelementen van zijn proces. De vraag was niet simpelweg of een samenleving zou kunnen bestaan, maar hoe deze op elke denkbare manier zou functioneren.

Dit detailniveau tilt het werk van Banks verder dan pure verbeelding. Het baseert zijn futuristische omgevingen op een gevoel van interne consistentie, waardoor ze zich ondanks hun vreemde aard bewoond en toegankelijk voelen. Schrijvers die in dit genre werken, waaronder deze auteur, keren vaak terug naar Banks als gids voor het creëren van geloofwaardige werelden. De vraag is niet alleen hoe een samenleving eruit ziet, maar ook hoe de mensen daarin leven.

De verontrustende onderstromen
Banks schuwde het niet om de morele dubbelzinnigheden van zelfs zijn meest geavanceerde beschavingen te onderzoeken. In The State of the Art, een ogenschijnlijk luchtig verhaal over buitenaardse bezoekers aan de aarde, introduceert hij momenten van huiveringwekkende onverschilligheid. Een scène met een etentje waarin personages terloops discussiëren over het vernietigen van de aarde, en zelfs het serveren van in het laboratorium gekweekt menselijk vlees, onderstreept de onthechting van de Cultuur.

Deze schokkende combinatie is de sleutel tot het genie van Banks. Het laat zien dat effectieve wereldopbouw niet alleen over geografie of technologie gaat, maar over toon. Zijn mix van humor en angst creëert een uniek verontrustend effect, waardoor lezers gedwongen worden de ongemakkelijke waarheden onder ogen te zien die zelfs onder de meest idyllische oppervlakken op de loer liggen.

Het werk van Banks dient als een masterclass in wereldopbouw: bestudeer zijn technische schema’s, maar besteed meer aandacht aan de tegenstrijdigheden en ongemakkelijke humor. Dat is waar de meest diepgaande lessen liggen.

Voor degenen die nieuw zijn in het universum van Banks: begin met zijn schetsen en aantekeningen. Ze bieden een kijkje in zijn nauwgezette proces, maar onthoud ook: de duivel en het genie zitten in de details.